Een
rollator dankzij de kerk
door Emiel Hakkenes
De
aanstaande Wet Maatschappelijke Ondersteuning zou kerken de kans geven zich
sociaal te profileren. De vraag is of ze daarvoor wel de mensen en de kennis
heeft.
Stel,
je hebt een zwaar ongeluk gehad en je kunt zonder traplift je bed niet meer
bereiken. Nu kun je voor zo'n voorziening nog bij de gemeente aankloppen, na 1
januari 2007 verandert dat. Dan wordt de Wet Maatschappelijke Ondersteuning
(WMO) van kracht.
Die
heeft volgens de folders van het ministerie van volksgezondheid, welzijn en
sport (vws) als doel: "Meedoen van álle burgers
aan álle facetten van de samenleving, al of niet geholpen door vrienden,
familie of bekenden. Dat is de onderlinge betrokkenheid tussen mensen."
Pas
als er niemand is om te helpen, springt de gemeente bij.
Die
nieuwe wet is voor de kerken een uitgelezen kans om hun sociale gezicht te
laten zien, denkt Evelyn Schwarz,
voorzitter van de Werkgroep Arme Kant van Nederland. In het
tijdschrift Diakonia van de Protestantse Kerk in
Nederland (PKN) schrijft zij: "Kerken kunnen hun rijkdom aan tijd en
betrokkenheid gebruiken om naast mensen met een zorgvraag te gaan staan en
letterlijk met hen mee te lopen."
"De kerk kan zich op verschillende manieren nuttig maken
bij deze nieuwe wet", zegt ook Hans de Knijff,
consultant bij Per Saldo, de belangenvereniging van mensen met een
persoonsgebonden budget (een door de overheid verstrekt geldbedrag waarmee
mensen zelf zorg, hulp en begeleiding kunnen inkopen).
"Iemand
die hulp vraagt bij de gemeente, krijgt een gesprek met een ambtenaar. Daarbij
zou een diaken aanwezig kunnen zijn, om als onpartijdige derde te kijken of
alle vragen aan bod komen."
Ook
kan de kerk volgens De Knijff optreden als
belangenbehartiger, de gemeente adviseren over wat goed voor mensen is.
"Dat je als kerk zegt: een rollator en een scootmobiel moeten aan die en die voorwaarden
voldoen."
Het
is in het eigen belang van de kerk, denkt De Knijff,
om zich te bemoeien met de nieuwe wet. "Als burgers door de overheid niet
goed worden geholpen, staan ze daarna bij de kerk op de stoep."
Verantwoordelijk
voor de invoering van de WMO is staatssecretaris Ross-Van
Dorp van vws. Uiteindelijk moeten de (burgerlijke)
gemeentes de wet gaan uitvoeren, waarbij ze allerlei organisaties kunnen
raadplegen over de vraag welke hulp in welke situatie wenselijk of noodzakelijk
is.
Tijdens
het kamerdebat over de WMO diende de ChristenUnie een
motie in die de staatssecretaris opdroeg om 'kerken en andere geestelijke
genootschappen'
óók
te rekenen tot de raadgevers van de gemeentes bij de uitvoering van de wet.
Die
motie werd aangenomen, en ja, zegt Jac Franken van Kerkinactie, de hulporganisatie van de PKN,
er is inmiddels een gesprek geweest tussen de kerk en
het ministerie van vws.
Tot
concrete afspraken over de rol van de kerk bij de Wet Maatschappelijke
Ondersteuning heeft dat niet geleid, zegt Franken. "Het probleem is dat de
wet op plaatselijk niveau uitgevoerd wordt. Als landelijk kerkverband kunnen we
lokale kerken niet zeggen hoe ze moeten handelen."
Wel
heeft Kerkinactie een 'themamap' over de WMO
samengesteld, met suggesties en aanbevelingen voor plaatselijke kerken en hun
diaconie.
Volgens
Franken heeft inmiddels de helft van alle PKN-gemeenten zo'n map aangevraagd.
Dat
gemeenten in gesprek gaan met de kerken is volgens de Nederlands Patiënten
Vereniging (NPV) een goede zaak. Maar, valt te lezen in het verenigingsblad
Zorg, de vraag is of de kerk voldoende kan bieden.
"De
zorgtaak die de kerk van oorsprong had, is in de laatste decennia steeds meer 'opgezogen' door professionele organisaties. De overheid is
zorginstellingen gaan subsidiëren, en de kerkelijke betrokkenheid bij de zorg
en het vrijwilligerswerk raakte op de achtergrond. Op dit gebied is de
kerkelijke organisatie vaak minder ontwikkeld."
Kortom:
heeft de kerk wel de mensen en de deskundigheid om zich te bemoeien met de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning en om hulpbehoevenden goed te helpen?
"Dat
is de vinger op de zere plek", zegt Hans de Knijff
van Per Saldo. "De diaconie werkt met vrijwilligers. De een is timmerman,
de ander vrachtwagenchauffeur. Maar er zijn ook kerkleden die directeur van een
sociale dienst zijn."
Jac Franken van Kerkinactie:
"Mensen in de kerk zijn geen dombo's. Ze weten
heus wel van de hoed en de rand."
Voor
de niet-deskundigen zouden er volgens Hans de Knijff
regionale 'helpdeks' moeten komen. Hij kent een
voorbeeld uit Den Haag waar dat goed werkte.
Jac Franken bracht het te verwachten gebrek
aan kerkelijke vrijwilligers naar voren in het gesprek tussen Kerkinactie en het ministerie van vws.
"Ze erkenden het probleem, maar namen het voor kennisgeving aan."
Hans
de Knijff blijft optimistisch. "Het zal nog wel
een jaar of vijf duren voor de WMO goed werkt, maar die vrijwilligers komen er
wel. We besteden steeds meer tijd aan mantelzorg - dat stemt mij hoopvol."